Trouw

Trouw

 

Produceren en consumeren zonder recyclen van producten kan echt niet meer, schrijven Ellyne Bierman en Richard Burger. Ze doen namens de namens de Club van Circulaire Ondernemers (zie onder de tekst) een aantal voorstellen hoe het wel kan.

Ellyne Bierman en Richard Burger

Een smartphone met een zo lang mogelijke levensduur. Spijkerbroeken die grotendeels met gerecyclede denim worden gemaakt. Een supermarkt zonder verpakkingsafval. Nederland kent tal van innovatieve bedrijven die hard werken om een circulaire economie mogelijk te maken, helemaal in lijn met de door de overheid gestelde klimaatdoelen van 2030 en 2050.

Toch zou het gek zijn als er volgende week tijdens de landelijke Week van de Circulaire Economie een uitgelaten feeststemming zou heersen. Het Planbureau voor de Leefomgeving concludeerde immers eerder deze maand (Trouw, 27 januari) dat we nauwelijks vooruitgang boeken met de circulaire economie. En de wereldwijde economie is nu slechts voor 7,2 procent circulair (Circularity Gap Report, 2023) – een daling van zo’n 2 procentpunt in vergelijking met 5 jaar geleden.

In het rijksbrede programma ‘Nederland Circulair in 2050’ van 2016 schetste het toenmalige kabinet hoe het in 2050 een circulaire economie wil hebben gerealiseerd. De routekaart die voor deze transitie wordt gehanteerd, laat een gapend gat zien tussen zowel 2021 en 2030 als tussen 2030 en 2050. Het laaghangend fruit lijkt inmiddels wel geplukt, maar wat nu? Het moet vele malen ambitieuzer, transparanter en met meer ondersteuning voor circulaire ondernemers. Alleen dan komt een circulaire economie daadwerkelijk binnen handbereik.

 

 

Onze oproep? Maak van circulair ondernemen het nieuwe normaal. Creëer opschaalmogelijkheden voor bestaande ondernemers, pas wetgeving hier versneld op aan en kies voor een blijvende verandering met positieve financiële prikkels. Neem de vele circulaire bedrijven die een product als dienst aanbieden, waardoor je bijvoorbeeld in plaats van een fiets te kopen een abonnement neemt, waarbij reparaties zijn inbegrepen. Het probleem is dat voor zulke diensten het hoge btw-tarief geldt. Consumenten die zo bijdragen aan een langere levensduur van producten, moeten hierdoor méér betalen, omdat ze relatief langer van een product gebruikmaken.

Door een verlaagd btw-tarief voor circulaire ondernemers te introduceren, de belasting op arbeid te verlagen en die op vervuiling en grondstoffengebruik juist te verhogen, ontstaat een eerlijker speelveld.

Het is ongehoord dat Nederland nog steeds de fossiele industrie direct en indirect met miljarden subsidieert, terwijl er maar beperkt regelingen bestaan voor circulaire ondernemers. Terwijl dat juist de partijen zijn die met innovatieve businessmodellen een bijdrage kunnen leveren aan het behalen van de klimaat- en circulariteitsdoelstellingen van de overheid zelf. Innovatie gaat altijd gepaard met risico’s en verdient daarom meer steun.

Naast financiële prikkels is een massale gedragsverandering nodig. We weten allemaal wat recycling is, maar onderzoek van Capterraleert dat een op de drie consumenten de circulaire economie niet kent. Kennis is cruciaal om consumenten te helpen duurzame en circulaire keuzes te maken. Bedrijven en de overheid moeten transparant zijn en informatie verschaffen over de milieu-impact van producten en diensten.

Repareerbaarheid

Dit kan via labels en productverpakkingen, zoals de Europese Commissie recent opperde in de strategie voor een duurzame textiel­industrie, maar ook via campagnes en de media. Consumenten kunnen zelf ook veel doen, zoals zich verdiepen in de materialen en repareerbaarheid van een product. En als het product dan ‘op’ is ook echt tot reparatie over gaan of kijken of winkel of producent het wil terugnemen om met de materialen weer iets nieuws te maken.

Toekomstbestendige bedrijven en overheden kunnen alleen ontstaan als we massaal inzien dat vasthouden aan een lineaire vorm van produceren én consumeren onhoudbaar is. Dit betekent onder meer dat we moeten stoppen met producten die géén gebruikmaken van hernieuwbare grondstoffen en energie, slechts een korte levensduur hebben, niet makkelijk te repareren zijn en waarvan de materialen na afloop van hun levensduur niet opnieuw te gebruiken zijn.

Geef grondstoffen en producten meer waarde en bouw dáár een businessmodel omheen. En onderstreep deze waarde door in aanbestedingen meer gewicht aan maatschappelijke gunningscriteria toe te kennen. De overheid en het bedrijfsleven kunnen met hun enorme inkoopkracht zo een belangrijke rol vervullen en verandering stimuleren. Nu komen circulaire bedrijven er in aanbestedingen nauwelijks doorheen, omdat circulaire modellen onbekend zijn en vaak wordt gekozen voor de bekende weg.

Op deze manier gaan we de klimaatdoelen van 2030 en 2050 niet halen. Om onze economie toekomstbestendig in te richten, moet we van circulariteit nu al het nieuwe normaal maken.

Richard Burger (medeoprichter Swapfiets) en Ellyne Bierman (oprichter Reflower) schrijven namens de Club van Circulaire Ondernemers met 22 deelnemers en 11 partners.

 

Over Club van Circulaire Ondernemers

 

 

Sinds 2022 hebben 22 circulaire bedrijven de krachten gebundeld om samen op te trekken in de transitie naar de Nederlandse circulaire economie in 2050. Tijdens kwartaalmeetings komt de groep bij elkaar om kennis te delen, learnings uit te wisselen en een versnelling van de transitie aan te jagen. De club bestaat uit 22 bedrijven: Swapfiets, Fairphone, Repeat Audio, Reflower, CIRCLE CLOSET, BIYU, Pieter Pot, Chainable, Tiny Library, NORNORM, Moyee Coffee, Speeltegoed, Homie, MUD Jeans, Roetz Bikes, Aectual, Still, Firmhouse, BlueCity, Buurman Utrecht, Kairos Furniture en Circ.energy. En wordt gesteund door 11 partners die nauw verbonden zijn met een circulair ecosysteem: Copper8, Impact Hub, Circular Finance Lab, Circle Economy, CircularX, Dutch Academic Network for CE, Circo, Change Inc., Blyde Benelux, Innoboost en Hof van Cartesius. Zie www.clubvancirculaireondernemers.nl  

 

 

 

Bron: Trouw

Terug naar blog